Wat is pathologie?
Pathologie betekent ziekteleer en is afgeleid van de Griekse woorden pathos (ziekte) en logos (leer). Tegenwoordig spreekt men over het medisch specialisme klinische pathologie in plaats van pathologische anatomie.
Bij de term pathologie hebben veel mensen nog altijd het beeld van een “patholoog-anatoom” die zich voornamelijk bezig houdt met het onderzoeken van overleden personen om de doodsoorzaak te vinden (obductie). De obductie vormt slechts nog een klein onderdeel van het werk van een patholoog. Tegenwoordig zijn de belangrijkste werkzaamheden het beoordelen van cellen of weefselmateriaal van levende patiënten met behulp van een lichtmicroscoop. Het werk van een patholoog helpt de behandelend arts (medisch specialist of huisarts) in het stellen van een juiste diagnose en behandelplan.
Werkzaamheden
De voornaamste werkzaamheden van een patholoog zijn:
- het macroscopisch beoordelen van ingezonden cel- en weefselmateriaal. Hiervan worden gericht monsters genomen voor verder onderzoek
- het microscopisch beoordelen van ingezonden cel- of weefselmateriaal en verslaglegging van de bevindingen
- patiëntenbesprekingen met andere specialisten
- het beoordelen van vriescoupes
- het uitvoeren van obducties
- het opleiden van co-assistenten en arts-assistenten
- wetenschappelijk onderzoek